Airbornepad Market Garden.

 

Geschreven door: Alex Wijsman

 

Zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog is het Airbornepad Market Garden, als eerbetoon aan de vele militairen die zich hebben ingezet om ons land van de Duitsers te bevrijden, geopend. Een werkgroep van wandelsportvereniging O.L.A.T. uit het Brabantse Sint Oedenrode heeft deze 210 km lange route samengesteld. De wandeling begint in het Belgische plaatsje Lommel en eindigt in de Gelderse hoofdstad Arnhem, waar de wandelaars een prachtige blik hebben op de beroemde John Frostbrug over de rivier de Rijn. Tijdens de wandeling kom je vele monumenten, militaire begraafplaatsen, kazematten en andere objecten tegen die herinneren aan die tijd.

Overigens zijn er vele artikelen over deze zware periode en belangrijke slag geschreven. Daarnaast is er ook een film, bekend onder �een brug te ver�, over de Operatie Market Garden gemaakt, welke zo nu en dan op de televisie wordt uitgezonden. Iedere Nederlander dient deze beelden minimaal eenmaal in z�n leven te hebben gezien, zodat we onze vrijheid blijven waarderen.

 

Het in kleur uitgegeven wandelgidsje ziet er degelijk en professioneel uit. Op alle linker bladzijden hebben we goed gedetailleerde topografische kaarten (schaal 1:25.000) met de in kleur rood ingetekende wandelroute. Rechts hiervan is de wandeling in tekst aangegeven, waar eveneens belangrijke informatie en foto�s worden afgebeeld. De route is opgedeeld in trajecten van gemiddeld 6 kilometer, zodat de wandelaar zelf kan bepalen hoeveel kilometers hij of zij per dag wil lopen. Wij zijn uitgegaan van dagtrajecten van 20 tot 40 km en goed te bereiken met Openbaar Vervoer. We nemen derhalve geen overnachtingen in hotels, pensions of dergelijke, maar reizen �s morgens vroeg en dan �s avonds weer naar huis.

De markering van het pad wijkt af van de gebruikelijke regionale en doorgaande GR-paden, welke door geheel Europa verspreidt liggen. Dus hier geen bekende roodwitte streepjes. Men is uitgegaan van twee witte strepen op een groen schild. Wanneer er een richtingverandering plaatsvindt wordt dit aangegeven met een klein vertikaal streepje aan de onderste balk. Ook zijn er kruisjes op een groen ondergrond geplaatst en dit houdt in dat een pad niet betreden mag worden. Kortom het betekent veel opletten, want de markering in het veld is moeilijker te traceren dan het roodwitte vignet.

 

 

Etappe I, Lommel (Belgi�) � Valkenswaard, 30,1 km.

Het plaatsje Lommel, gelegen in Belgisch Limburg, is met Openbaar Vervoer in het weekend niet te bereiken. Daarom hebben wij deze reis en de eerste etappe van het Airbornepad op een doordeweekse dag gepland. Een vrij lange reis dus. Eerst met de trein van Diemen naar Eindhoven. Aldaar overstappen op een streekbus. Een chauffeur van BBA-lijn 172 brengt ons onder andere in de Brabantse dorpjes Waalre, Valkenswaard, Westerhoven, Bergeijk en uiteindelijk naar Luyksgestel.

In Luyksgestel staat de aansluitende buurtbus reeds te wachten om eventuele reizigers naar Lommel in Belgi� te vervoeren. Deze buurtbusjes worden bemand door vrijwilligers en de mensen doen hun job met heel veel plezier. Ze hebben of maken zelfs even tijd vrij om met hun client�le een babbeltje te maken. Echter, ze houden het reisschema wel degelijk in de gaten, want op tijd rijden wordt gedaan.

Als ik de chauffeur, een vriendelijke goedlachse Brabander, onze OV-jaarkaarten toon, kijkt de man of ie water ziet branden. Wat is dat in hemelsnaam, vraagt hij? Dat is een abonnement waarmee je in heel Nederland met Openbaar Vervoer kunt reizen. Of het nou een trein, bus, metro of soms een veerverbinding is maakt niet uit, deel ik hem mede. Nooit van gehoord en ik heb �zulke kaarten� ook nog nooit van mijn leven gezien, gaat hij verder. Neem in ieder geval plaats en ik breng u waar u naar toe wilt. Ach, met een visvergunning  neem ik reizigers ook wel mee, grapt hij.

Naast ons nemen ook nog twee passagiers in het busje plaats. Tijdens de rit vraagt hij of wij gaan wandelen. Dat zijn we zeker en vast van plan en ik toon hem mijn wandelgidsje, welke ik speciaal hiervoor uit mijn rugzak haal. Oh jee, dat is goed, want dan hoeft u niet helemaal naar het station in Lommel en ik zet jullie af in de buurt van de grote kerk, waar de wandelroute begint. Dat lijkt me een verstandig idee, val ik hem in de rede. Tijdens de reis maakt de chauffeur nog een stop om de twee andere passagiers te laten uitstappen. Met deze overstap hebben zij in ieder geval de bus naar Hasselt veiliggesteld. Binnenkort krijgen we gloednieuwe autobusjes en dan kunnen we de reizigers op een nog comfortabelere manier vervoeren. Maar eenvoudig was dat niet hoor, grijnst hij. Ach meneer, wij zijn al tevreden dat er een aansluiting naar dit oord is. Plotseling trapt de man op z�n rempedaal en parkeert zijn kleine touringcar aan de kant van de weg. Hier mag u mijn voiture verlaten en 400 meter naar links lopen en u bent op uw plaats van bestemming. Wij volgen zijn raad op en wensen de goedlachse Brabander nog een prettige voortzetting van de dag toe. Met een dot gas neemt hij afscheid en slaat een andere richting in.

 

Naast de imposante St. Pietersbandenkerk is een leuk kroegje op het Kerkplein. Achter het venster branden enkele lampen, hetgeen in ieder geval een teken van leven betekent. Ik duw de deurkruk naar beneden en open de deur. Een vieze walm van sigarettenrook komt me tegemoet. Aan de bar zitten diverse dorpelingen of Lommelaars achter een glaasje bier en er wordt stevig gepaft. Maar dat hadden wij al snel in de gaten. Ik bestel bij de waardin twee koppen koffie en we gaan op het terras tegenover de grote kerk zitten. Even later brengt zij onze bestelling. We legen snel de kopjes en willen zo gauw mogelijk op stap. Het is inmiddels 10.25 uur en we zijn al een slordige 3�  uur onderweg.

Via een winkelstraat en nog een paar andere wegen verlaten we het plaatsje Lommel. In de buitenwijken staan veel riante villa�s. Een bezorger van reclameblaadjes brengt de folders op �skates� rond. Door al die royale bungalows met grote lappen grond er omheen duurt het wel even voordat alle vouwbladen bezorgd zijn.

Spoedig bereiken we het kanaal Bocholt-Herentals en we wandelen in een stukje ongerept natuur. Er heerst absolute stilte dat plots wordt verstoord door het blaten van een schaap. Het water van het Bocholt-Herentalskanaal is zo glad als een spiegel, maar wordt in beroering gebracht als een zandschuit passeert. Daarna keert de rust weer terug. In het water drijft zo hier en daar een lege plastic fles. Ook ander vuilnis, die de mens niet meer mee naar huis wil nemen, drijft in het troebele water. Naast het afval treffen we ook een kazemat aan. Smalle openingen in het bouwwerk gaven de soldaten een goede blik over het kanaal.

 

Zo nu en dan horen we het zware geronk van vliegtuigmotoren, maar door het gespleten wolkendek kunnen we de vliegtuigen niet onderscheiden. Het kanaal heeft op een bepaalde plek een zijtak. Deze zijtak gaat naar een jachthaven. Bij jachthaven De Meerpaal hebben we een prachtig uitzicht op een aantal mooie schuiten. Van die bootjes die het varen zo aangenaam maakt. Bij het gehucht Grote Barrier kruisen we het water via een boogbrug. Onder de brug, bij een pijler, staat het monument Joe�s Bridge ter herinnering aan de Irish Guards. Onder leiding van Joe Vandeleur werd op 10 september 1944 dit bolwerk veroverd. Een plaquette is een blijvende herinnering aan de strijd van toen. Op geringe afstand van de brug zien we een winkel van de nieuwe eeuw. Een reclamebord aan de voorgevel van het pand geeft aan dat hier �24/24 shop Stap & Co Foods & Drinks� is gevestigd. Alle producten worden hier tegen muntgeld uit de muur gehaald. Zelfs vers belegde broodjes, maar ook gesneden brood, potten nutella en noem maar op staan in de glazen vakjes. Twee medewerkers zorgen ervoor dat de leeggekomen vakken direct weer worden gevuld. Er is veel belangstelling voor deze winkel, want de bezoekers rijden af en aan.

Na een korte onderbreking waarbij we ook twee vakjes hebben geleegd wandelen we verder. Bij de buurtschap Kolonie gaan we over een smal pad langs een sloot. Aan de andere kant van dit pad bevindt zich veel kreupelhout. Het is duidelijk dat de gemeente of plantsoenendienst hier weinig of geen onderhoud aan het pad pleegt. Als we een drukke verkeersweg hebben gekruist, passeren we de Belgisch Nederlandse grens. Vlak over de grens staat een monument ter ere van de Irene Brigade. Verkenners van dat onderdeel hebben tijdens de voorbereiding voor Market Garden gevaarlijk werk verricht. Zij waagden zich een flink stuk in bezet gebied, maar keerden door een spervuur van Duitse kogels terug naar Lommel.

 

Een paar honderd meter voorbij de grens slaan we linksaf en lopen geruime tijd over een zandweg langs de grens op Nederlands grondgebied. Tja, dan komen wij in de problemen. Na een populierenbos moeten we een smal pad nemen langs een kanaaltje. De eerste tiental meters gaat het ploeteren nog redelijk, maar op een gegeven moment kunnen we niet meer verder vanwege de overwoekerende plantengroei. Een kapmes zou de ultieme oplossing zijn om het pad begaanbaar te maken. Maar ja, een kapmes heb je normaliter niet in je rugzak. Althans wij niet. We keren om en kruipen terug. Wandelen kan je het echt niet meer noemen. Terug op de zandweg zoek ik een alternatief pad om op de offici�le route terug te komen. Dit lukt wel, maar met een omweg.

Door een bosgebied komen we bij een ven, genaamd Pastoorsweijer. Enige tijd later wandelen we over een brugje en over een stuw. Rechts van de stuw staat het water vrij hoog en links klettert het water naar een lager niveau.

Door de hevige regenval van de laatste dagen zijn sommige paden erg drassig. Naast vele kleine waterplassen bevinden zich ook grote plassen op het pad en zo nu en dan moeten wij een sprongetje maken om geen natte voeten op te lopen. Nogmaals trekken we over een akkerland en lopen door een bosperceel en komen dan aan bij een snelweg. Aan de overzijde van de weg is een horecagelegenheid dat behoort tot de plaats Borkel en Schaft. Bij het pannenkoekenhuis kiezen we voor een plekje op het terras, want de temperatuur is aangenaam. De uitbater, een vlotte vent, brengt in een rap tempo de bestellingen bij de gasten. Het is er bijzonder druk en de man heeft alles onder controle.

Genietend van een geheel aangekleed kopje koffie komen vier �mountainbikers� het terras op wandelen om hier ook even op adem te komen. Ze zitten van top tot teen onder de modder en worden bewonderd door alle terrasgangers. Een spatbord bij een achterwiel had veel troep kunnen tegenhouden, maar zo lijken ze op echte die-hards.

 

Wanneer de onderdanen genoeg rust hebben gehad, nemen we het besluit om weer op pad te gaan. We keren terug naar het bos en naderen een oorlogskerkhof. Hier liggen 222 Britse militairen begraven. Langs een hekwerk passeren we de witte stenen. Bij de ingang van het kerkhof steken we voorzichtig de Luikerweg, een drukke verkeersweg, over. Aan de overzijde vervolgen we ons pad door het bos. Bij een slagboom op een kruising van paden gaan we rechtdoor over een smal kronkelpaadje over de heide. De planten in het natuurreservaat De Malpie staan in volle bloei. Een prachtige paarse gloed kleurt de omgeving. We wandelen voorts langs het water van het Groot Malpieven. Het water lijkt wel een spiegel en het zonnetje maakt het panorama nog aantrekkelijker. Helaas hebben we hier veel last van die ellendige snerpende vliegen. Ze zwermen alsmaar om ons heen. Wanneer er een beetje wind opsteekt zijn we van die lastposten af. Maar ja, je hebt het niet allemaal voor het zeggen, nietwaar?

Nabij de Vaarvennen ontmoeten we een dame die met twee Bordercolli honden aan de wandel is. De vrouw vindt ons tempo reusachtig en dat is ze normaliter niet gewend van mensen die hier in de buurt rondwandelen. Ze past zich aan ons tempo aan en de honden draven voor ons uit. Geregeld leggen ze een tennisbal voor mijn voeten neer en ik moet het balletje een flinke schop geven. Dan rennen ze achter de bal aan totdat ze het te pakken hebben en komen dan weer terug. De �waakwoefjes� zijn niet moe te krijgen en leggen de tennisbal steeds weer voor mijn voeten neer. Juist voor de Venbergse Watermolen scheiden onze wegen. De honden blijven nu in de buurt van het vrouwtje. Wij volgen het asfaltwegje langs de watermolen en zien dat het schoepenrad niet in bedrijf is. Het water van de Dommel maakt hier wel een vrije val en stroomt verder rivierafwaarts.

Via diverse paden en wegen bereiken we Valkenswaard en bij de Markt eindigt onze eerste etappe van het Airbornepad Market Garden.

 

 

Etappe II, Valkenswaard � Eindhoven, 21,1 km.

Op de gezellige Markt van Valkenswaard heeft buslijn 172 een halte en wij hebben na het uitstappen genoeg keuze om een kopje koffie bij de plaatselijke horeca aldaar te vinden. De terrasjes zijn deze morgen al aardig bezet hoewel de temperatuur beneden het gemiddelde voor de tijd van het jaar ligt. We zoeken naar een plaatsje waar niet wordt gerookt. Toch is zo�n plekje moeilijk te vinden, want aan vele tafels worden stevige trekjes aan de witte k�...stokken genomen. Tja, dan wijken we uit naar de gelagkamer, want daar zijn alle tafeltjes onbezet. Een vriendelijke dame serveert vrij snel twee dampende koppen en vraagt of wij gaan wandelen. Ach, als je in het bezit bent van een rugzak en getooid in sportkleding is het voor mij een retorische vraag. Desalniettemin reageren wij bevestigend op haar woorden en zij vertelt ons hoe mooi de omgeving hier is. Ik wandel zelf ook gaat ze verder en dan kom je op de mooiste plekjes, toch? Vervolgens loopt ze naar het terras om andere klanten te voorzien van hun bestelling. De koffie is van grote klasse en we genieten met volle teugen van het bruine vocht.

 

Daarna gaan we op stap. We hebben moeite met het vinden van de juiste weg naar de wandelroute. Een tegenliggend echtpaar, eveneens te voet, kan ons bevestigen dat we ons in de correcte richting begeven en dat we alsmaar rechtdoor moeten lopen tot het riviertje de Dommel. Daar bent u dan op het wandelpad aanbeland, aldus de man. Tevreden gaan we verder, want foutief lopen is iets wat we niet leuk vinden.

Ter hoogte van het gehucht Dommelen kruisen we het kronkelende water van de Dommel en volgen het riviertje in noordelijke richting. Vervolgens wandelen we door een mooie villawijk van Valkenswaard. De bewoners leven hier beslist boven modaal en hebben ieder een mooi stulpje. Mocht je niet over een tuinman beschikken dan is de wandelsport niet voor je weggelegd indien je je tuin toch netjes wilt hebben. Als we het laatste huis van de wijk achter ons hebben gelaten wandelen we door een bosrijk gebied. We passeren eerst het clubhuis van een scoutingvereniging en vervolgens een zwembad. Daarna wandelen we over een wirwar van bospaadjes. Een ruiter te paard en een ruiter op een fiets zijn onze enige tegenliggers. Slingerend door het bos komen wij bij het Vlasrootven. Het ven bestaat uit een klein en een groot waterpartij. Een verdwaalde eend zwemt daar in z�n eentje in het rond. Het is heerlijk rustig en je merkt niets van de jakkerende maatschappij. Dit maakt het wandelen zo mooi en de kilometers glippen onder je voeten vandaan.

Langs een verlaten sportveld naderen we de plaats Waalre. Midden op het pad ligt een vers uitwerpsel van een viervoeter. Het baasje of de bazin heeft niet de moeite genomen om het dier naar de zijkant van het pad te dirigeren en daar haar behoefte te laten doen. Gelukkig zijn we alert en ontwijken de bolus. In een van de straten veegt een bewoner bladeren en vuil uit de goot. Hij groet ons vriendelijk en roept dat het hemelwater nu weer frank en vrij naar de afvoerput kan stromen. We zijn het helemaal met hem eens en dat valt niet te ontkennen.

 

Het centrum van Waalre is beslist aardig en heeft diverse leuke straatjes. We passeren het Willibrorduskerkje en lopen over een met kasseien geplaveid wegdek. Ook zijn hier diverse eetgelegenheden te vinden, waar de stoelen en tafels op het terras geen bezoekers hebben.

Omdat er zich donkere wolken aan de hemel bevinden willen wij, zolang het nog droog is, graag doorlopen en laten de stoelen op het terras maar onbezet. Ook in Waalre is de expansiedrang toegeslagen en een nieuwbouwwijk wordt uit de grond gestampt.

We volgen enkele onverharde paden en wegen en horen in de verte het verkeer dat over de snelweg A67 raast. Tja, het kan eigenlijk niet uitblijven en de eerste regendruppels vallen op ons neer. Gauw de regenjas aan en dan maar verder. Ter hoogte van de Heuvelsche Putten en onder een hoogspanningsmast volgen we nu een smal pad. Het pad is bijna overwoekerd door struiken en kreupelhout. Daarom is het moeilijk begaanbaar. We zijn alert op teken en ander ongedierte, maar ontlopen kun je dit niet. Hopen maar dat ze ons niet moeten. Na dit pad houden we een uitgebreide inspectie van onze ledenmaten, want dat is een absolute �must�. Zover we kunnen nagaan hebben we geen last ondervonden en wandelen verder.

In de verte zien we twee ruiters naderen. Ze hebben de paarden in draf, maar een tiental meters voor ons gaan ze over in stapvoets. Hierdoor schrikken zowel de paarden als wij niet  bij het passeren. Voorts wandelen we naar De Meeris, een waterplas dat ook bekend staat als het �Gat van Waalre�. De markering van de route is hier in de omgeving uiterst zuinig en we hebben moeite met het vinden van de juiste weg.

 

De regenwolken zijn inmiddels overgewaaid en heeft plaatsgemaakt voor een bescheiden zonnetje. In ieder geval zijn wij er �happy� mee. Onder een viaduct passeren we de snelweg Turnhout-Venlo. Aan de andere zijde van deze racebaan is het parcours niet meer conform de beschrijving van het wandelgidsje. We passeren een golfterrein, een trafostation en links een bouwwerk van Philips. Een groot weiland is omgebouwd tot een evenemententerrein. Vanaf morgen en het aansluitend weekend wordt daar een �reggaefestival� gehouden. Noem het maar een soort Lowlands of Woodstock Eindhoven. Door de tijdelijk opgebouwde afrastering missen we de markeringen op de bomen en lantaarnpalen. Gelukkig brengt het topogidsje uitkomst en we lopen niet al te ver om. Bij het riviertje de Dommel komen we terug op de wandelroute. Op een kampeerplaats en het aangrenzend parkeerterrein is het een drukte van jewelste. Er komen zelfs bezoekers uit Belgi� en Duitsland op het muziekfestival af. Via smalle paden verlaten we deze drukte en stevenen op de Genneper watermolen af. Nabij de Genneper watermolen treffen we meer mensen op ons pad, maar dat is ook logisch in de omgeving van een uitspanning. Ongemerkt lopen we over aantrekkelijke paden de lichtstad Eindhoven binnen. Op het Stadhuisplein lopen we langs een monument dat bestaat uit drie bronzen beelden. De figuren symboliseren de burger, soldaat en verzetsman die hun leven gaven voor de vrijheid. Een foto van het monument zien we ook afgebeeld in het wandelgidsje.

In het centrum zijn diverse onderhoudsprojecten aan de gang waardoor wij noodgedwongen de route moeten verlaten. Grote hekken blokkeren ons de doorgang en we zoeken een andere weg. Via een omleiding komen we toch weer op ons pad uit en blijven de Dommel als rode draad in de route volgen. Nabij het NS-station wordt een oude linnenfabriek afgebroken en wederom is een stukje industrieel verleden uit onze samenleving verdwenen.

Even later wandelen wij de stationshal binnen naar het perron, waar straks de trein naar Amsterdam zal vertrekken. Allereerst slaan we bij een kiosk twee flesjes ice-tea en twee breakers in en nemen daarna de roltrap naar de sporen. De Intercitytrein naar Haarlem via Amsterdam staat reeds langs het perron opgesteld en heeft nog een paar minuten voordat het zal vertrekken. Hiermee is de tweede etappe, een korte maar wel mooie route, ten einde.

 

 

Etappe III, Eindhoven � Veghel, 37,3 km.

Nadat de Intercitytrein ons in Eindhoven heeft afgezet kunnen we meteen met onze wandeling beginnen. Ter hoogte van de Stationsweg kruisen we het spoor via twee tunneltjes en pakken de route langs het riviertje de Dommel weer op. We lopen eveneens langs het terrein van de Technische Universiteit en later parallel aan de Karpendonksche Plas. Aan de overzijde van de plas gooit een man een stok in het water. Weldra springt een herdershond er achter aan en zwemt naar het stuk hout om het weer op de oever te brengen. Een spelletje dat een hond nooit zal vervelen. De hond vindt het water heerlijk en heeft geen zin om terug te keren. De man schreeuwt tegen het beest, maar komen doet hij niet. Het baasje schreeuwt harder en harder, doch het resultaat blijft hetzelfde. De hond zwemt heerlijk in het water rond. Wij kijken hiervan op en verwonderen ons over de volume die de man uitkraamt. Tja, het kan dan bijna niet anders of die hond moet �stokdoof� zijn. Toch klautert het dier na verloop van tijd op de wallenkant en dan gooit het baasje weer een stuk hout in het water. Was hij dan niet blij dat hij zijn hond zojuist terug had? De �herdershond� vindt het allemaal prachtig en geniet zichtbaar.

 

Wij slaan af en zoeken het wandelpad langs de Dommel weer op. Op het slingerende pad komen we een oudere dame tegen. Ook zij wandelt met haar viervoeter die niet aan de riem vastzit. Een greyhound komt nieuwsgierig op ons af en het vrouwtje denkt dat wij bang voor het dier zijn en roept de hond terstond terug. Het dier luistert niet en drukt zijn snoet tegen mijn dijbeen aan. De vrouw vertelt even later dat haar hond vorig jaar Nederlands Kampioen op de korte afstand was. Helaas is de �woef� nu geblesseerd en kan voorlopig niet meer aan wedstrijden deelnemen. Zowel Cisca als ik geven de hond een aai over zijn kop en dan gaat ieder weer zijn weg. Voorts wandelen we over paden van het Eckartdal. Hier in het park is een inrichting gehuisvest met daar omheen statige bomen en fraaie lanen. Ook valt er een groot landhuis te bewonderen.

Dan betreden we een graspad langs een hek afgezet met prikkeldraad. Het gras is nog vochtig terwijl de zon heftig haar stralen naar onze planeet zendt. Toch worden onze voeten hierdoor nat. In ieder geval zullen ze later op de dag weer droog worden.

Nog steeds hebben we de buitenwijken van de stad Eindhoven in het vizier als we weer bij de Dommel terugkeren. Vele kilometers volgen we de onverharde paden langs de waterloop en constateren dat de markering van de route hier uiterst zeldzaam is. Zo af en toe aarzelen we en weten niet precies welk pad we moeten inslaan. Op gevoel lopen we verder en dan zien we weer een sticker met de bekende streepjes op een paal en het blijkt dat we over een goede intu�tie beschikken. In de verte zien we de oude Kerkhoeftoren en dat komt overeen met de tekst van de routebeschrijving. Hier verlaten we de Dommel en wandelen over een rustig asfaltwegje naar het Wilhelminakanaal bij de plaats Son.

 

We wandelen niet naar het centrum van het dorp. Via de westkant betreden we een uitgebreid bosperceel nadat we eerst een paar honderd meter langs het Wilhelminakanaal hebben gelopen. Het bos is bijna verlaten. Wat wel opvalt is een aantal �crusende� mannen. Zij staan met hun fiets of brommertje op brede kruispunten van zandwegen te wachten. We storen ons hier niet aan en wandelen gewoon verder. Via een paar klaphekjes betreden we het stuifzandgebied �Oud Meer� dat even later weer overgaat in bos. Bij een routepaaltje afgezet met een rode kop haal ik een lading zand uit mijn schoenen, omdat ik vond dat  mijn schoeisel toch wat aan de krappe kant ging zitten. Nadat er een �zandbak� was uitgekomen, paste mijn voeten weer beter in  mijn stappers.

 

Over een smalle asfaltweg gaan we naar boerderij Paulushoef. In de tuin zit de eigenaar met zijn gezin en kleinkinderen heerlijk te genieten. Hij staat op als hij ons ziet naderen. Langzaam loopt de man op ons af en heet ons welkom. U bent de eerste wandelaar sinds 10 dagen die hier het Airbornepad loopt, zegt hij! Juist in deze herdenkingsperiode had ik meer wandelaars op de route verwacht. Vorig week waren er nog Amerikanen over die ons een bezoekje hebben gebracht. Hij toont ons foto�s van september 1944 tijdens de Airborne-missie. Als jongetje van 5 jaar kan ik me nog heel goed herinneren dat er parachutisten hier achter op het erf zijn geland. Ook was de akker achter de boerderij toen in gebruik als vliegveld, gaat hij verder. Daarna toont hij ons een foto van zijn vader die op het noodvliegveld bij een hoop schroot van oude vliegtuigen stond. In de grote schuur heb ik nog een parachute en verschillende vliegtuigonderdelen als herinnering, voegt hij daaraan toe. Aan de zijgevel van de boerderij hangt een mooie plaquette geschonken door veteranen van een Amerikaanse Airborne-divisie.

De oude waterpomp wordt nog steeds gefotografeerd door kinderen en kleinkinderen van geallieerde soldaten, die speciaal voor dit plekje op bezoek komen. De oud-strijders hadden hun nazaten verteld dat ze bij boerderij Paulushoef door de bewoners toentertijd vriendelijk werden ontvangen en dat zij hun dorst bij de oude waterput konden lessen. Wij vullen hier ook onze veldfles en nemen daarna afscheid van de vriendelijke man.

 

We wandelen over het erf tot aan een smalle sloot. De sloot kruisen we over een  plank. Deze smalle noodbrug ligt stevig op beide oevers en is gemakkelijk te nemen. Daarna lopen we over de voormalige landingsbaan dat nu is beplant met coniferen en ma�s. Het wandelpad is momenteel verdwenen. Ma�splanten hebben daar de plaats ingenomen en wij zoeken naar een oplossing. Er is geen doorkomen aan en we moeten improviseren. Langs ma�svelden en tussen de coniferenboompjes door begeven we ons voort. Uiteindelijk bereiken we een smalle asfaltweg bij een grote schuur. Door deze manoeuvre en het diverse keren foutlopen wordt onze etappe vandaag wel erg lang. Ach, een kniesoor die daar op let, zullen we maar zeggen.

Bij Diependaal betreden we voor de afwisseling een bosperceel dat behoort tot Kasteel Henkenshage. Plotseling staan we voor het plaatsnaambord van Sint-Oedenrode, het groene hart van de Meierij. Een plaats waar ik in het grijze verleden veel heb gewandeld, zowel recreatief als in wedstrijdvorm.

 

In het kasteelpark hebben we een prachtig uitzicht op Kasteel Henkenshage met de bijgebouwen. De roodwit gekleurde luiken geeft het een frisse blik. Een stukje verder zien we kasteel-raadhuis �Dommelrode�, vroeger genaamd De Bocht. Dit plekje is altijd leuk voor een foto-opname van een bruidssessie. Dat is nu weer het geval en in een goed geluimde sfeer worden de fotootjes geschoten.

Aan de Markt staat de St.-Martinuskerk, met het restant van de in 1583 verwoeste St.-Odakerk. Het wandelpad gaat langs het standbeeld van de in Sint-Oedenrode geboren Mgr. Bekkers en voorts over het kerkhof waar geallieerde soldaten begraven liggen.

We passeren een grote gele klomp, een herinnering aan de eeuwenlange klompenindustrie alhier. Wanneer we de drukke Schijndelseweg zijn overgestoken, betreden we wederom rustige paden en wegen. Wel zien we dat Sint-Oedenrode ook flink aan het uitbreiden is. Riante huizen vormen een kersverse nieuwbouwwijk aan de noordoostkant van het dorp. Via de Schijndelsche Heide wandelen we naar De Vlagtheide. Dit laatste is een afvalberg waar tientallen schapen grazen. Even ben ik bevreesd dat de schapen hier door een dierenbeul gedumpt zijn. De dieren blaten naar hartelust en lijken daardoor zeer tevreden met hun bestaan.

 

Via het dorpje Eerde komen we uit bij een goederenspoorweg. We lopen over de sintels en stenen van de spoorbedding, maar wel langs de rails. Angst hoeven we niet te hebben dat er een goederentrein ons achterop komt rijden, want sedert geruime tijd wordt het spoor niet meer gebruikt. Het ploeteren langs de spoorbaan is verre van prettig en de puntige stenen doen pijn aan onze voeten. Ach, we houden in gedachten �aan alles komt een eind�, zo ook aan dit pad. Ter hoogte van de Zuid-Willemsvaart is de spoorlijn onderbroken, omdat de spoorbrug in tegenstelling tot de rails wel is gesloopt. Over een fietsbrug kruisen we de brede vaart en lopen over een industrieterrein de stad Veghel binnen. Een zoete geur bij een van de fabrieken komt ons tegemoet, maar dat verdwijnt als we door een oude wijk wandelen.

Op het Marktplein is het druk bij de locale cafeetjes. Kantoorpersoneel staat hier onder het genot van een pint de gebeurtenissen van de week door te nemen en gezien het aantal lege glazen wordt er flink wat �weggestouwd�. Door een smal straatje lopen we naar het busstation waar de derde etappe van het Airbornepad voor ons eindigt.

 

 

Etappe IV, Veghel � Grave, 32,2 km.

Op de heenreis naar Brabants hoofdstad �s Hertogenbosch valt er heel wat regenwater op moedertje aarde neer. Onze weersdeskundigen waren tot gisterenavond nog unaniem eens in hun oordeel dat er slechts een enkel buitje in het Noordoosten van ons land wordt verwacht, meer niet! Ik heb tijdens mijn geografische lessen op school niet zitten slapen en weet pertinent zeker dat Den Bosch niet in het Noordoosten van ons land ligt.

Dus, lichtelijk teleurgesteld over de zware bewolking en de traag voortbewegende miezelbuien gaan we toch op stap voor onze vierde etappe. Natuurlijk drinken we eerst een kopje koffie bij een van de vele horecabedrijfjes die de stad Veghel rijk is. Daarna gaan we met de route beginnen. Eigenlijk sta ik verwonderd over de uitgestrektheid van Veghel en het duurt in mijn beleving ook heel lang voordat we de plaats definitief achter ons hebben gelaten. Juist voor een vrijliggend fietspad worden we door een tuinman bij een kolossale villa aangesproken. Hij vraagt in een onvervalst Brabants idioom waar de reis naar toegaat. Vanzelfsprekend nemen we even de tijd om met de man te babbelen en hij leunt daarbij op een hark, een stuk gereedschap waarmee hij even te voren nog druk bezig was. De groenvoorziener vindt het allemaal te ver wat we doen en zeker te voet. Daarna gaat hij vrolijk verder met zijn werk en wij met ons karwei. Even later passeren we het plaatsnaambord Mariaheide, een oord dat ook tot het grondgebied van Veghel behoort.

 

Hier in Mariaheide pronkt bij een fruitteler aan de gevel van een schuur een bord met de tekst �Niemand de deur uit, zonder Nederlands fruit�. Het frappante van het verhaal is dat er precies voor de deur van de groothandelaar een paar verse, fruitige paardenboenselen op de weg liggen. Het nodigt in ieder geval niet uit om daar naar binnen te gaan.

Een eindje verder slaan we af en lopen over een onverhard pad langs Brabantse velden. We trekken de ritssluiting van de regenjas helemaal tot aan de bovenkant dicht, want we worden weer eens getrakteerd op een fruitig regenbuitje. Ook wordt daarbij de klep van mijn pet diep voorover getrokken zodat mijn brillenglazen gevrijwaard blijven van regenspetters. Gelukkig heb ik de routebeschrijving in een plastic mapje opgeborgen, maar door de regenspatten op het plastichoesje is de tekst niet makkelijk leesbaar.

Aan de noordzijde van Mariaheide gaat het traject over een voormalige spoorbaan. De bielzen en rails zijn al lang geleden verwijderd en het pad is nu begroeid met planten en struiken. Doordat het gras en de struiken aardig wat regen hebben opgevangen worden de voeten drijfnat. Op ongeveer 100 meter afstand ligt aan de linkerkant de snelweg N265. In de korte periode dat wij daar wandelen zien we tal van vrachtwagencombinaties voorbij denderen. Daarbij bestuderen we de reclameteksten op de zijkant van de wagens.

 

Redelijk snel naderen we de plaats Uden en door de uitbreidingsdrift van die gemeente is de werkelijkheid niet meer conform onze routebeschrijving of het boekje is een te oude versie. De markeringen zijn hier niet zo rijkelijk bedeeld als op andere delen van de route, maar we moeten het er maar meedoen. Als we er helemaal niet uitkomen hebben we per slot van rekening nog een Hollandse mond, nietwaar?

Midden in de plaats Uden vluchten we naar een overdekt terras van caf� Sergeant Peppers, want de sluizen zijn weer voor even opengezet. Onder het genot van een kopje koffie praten we met de uitbater en laten de donkere wolken passeren.

Een kwartiertje later is het weer droog en gaan dan weer aan de wandel. We lopen langs de imposante kerk en later langs een oorlogskerkhof, gelegen op een steenworp afstand van het centrum van Uden. Er liggen daar 618 Britten, 53 Canadezen, 19 Australi�rs, 7 Nieuw-Zeelanders, 2 Polen en vier soldaten van wie de identiteit niet kon worden vastgesteld begraven.

Over leuke paadjes wandelen we langs de wijken Hoeven en Melle. Nadat we een verkeersweg overgestoken zijn lopen we over een industrieterrein. Het zonnetje doet verwoede pogingen om door het inmiddels gescheurde wolkendek te treden. Op een lange landweg worden wij enkele seconden ge�scorteerd door een aantal straaljagers van de luchtmachtbasis Volkel. De vliegtuigen maken een hoop lawaai, maar ja, ze zijn ook weer snel uit ons gehoor verdwenen.

Als we een smal bosgebied doorlopen hebben staan we voor een penitentiaire inrichting. Ik herken het gebouw �De Corridor� niet van eerdere bezoekjes, maar wel van een televisieprogramma gemaakt door Peter R. de Vries, waar een ex-gedetineerde wapens het gebouw binnen smokkelde terwijl de bewaking totaal niets in de smiezen had. Dit allemaal werd op beeldband vastgelegd en later middels een �special� uitgezonden. Onze Minister van Justitie heeft daar mogelijkerwijs nog slapeloze nachten van overgehouden. Ach, na een week maalt niemand meer over het voorval en men �rotzooit� gewoon weer verder of er niets is gebeurd.

 

Het volgend dorpje dat we op onze wandeling aandoen is het plaatsje Zeeland. Ook weer zo�n karakteristiek dorp met leuke woningen. Nadat we het centrum van het plaatsje doorgewandeld zijn, gaan we over leuke slingerende paden met mooie optrekjes langs een waterloop. Het water is intens vuil. Met goed fatsoen zou je hier geen meerkoet of eend in willen laten zwemmen. Maar toch?

Aan de noordkant van het dorp toornt boven de jonge aanplant van sparrenbomen een Standermolen uit. De wieken van de molen hebben rust, maar onze onderdanen bewegen zich alsmaar voort. Het agrarisch gebied gaat over in de Reeksche Heide, een mooi bosgebied met ook heideplanten. Over smalle bospaadjes passeren we een crossbaan en later een militair oefengebied. Hierna betreden we weer de paden langs de agrarische sector. Deze paden zijn wel lang, maar absoluut niet oninteressant om te belopen. Dan treffen we een gebouwencomplex aan dat geheel in puin ligt. Het lijkt wel of een verdwaalde Isra�lische raket hierop terecht is gekomen. Heel snel kom ik er achter dat het een voormalig kazerneterrein betreft, maar door langere leegstand is de verloedering toegeslagen.

De regen is nu definitief voorbij en de hemel is, op een wolkje na, geheel blauw. Juist voor het plaatsje Escharen slaan we af en lopen langs het water van de Graafsche Raam. In de verte zien we de eerste huizen van het vestingstadje Grave en we beseffen dat deze etappe voor ons bijna voorbij is. We genieten van een stadswandeling en gooien het tempo drie tandjes omlaag om het een en ander nauwkeuriger te bekijken. De stad wordt heden ten dage nog steeds bewaakt door een aantal kanonnen die op verschillende plaatsen aan de rand van de stad staan opgesteld. Het raadhuis is een gebouw uit de 16e en 17e eeuw en de natuurstenen dorpspomp dateert uit de 18e eeuw met Louis XVI-motieven. Daarnaast zijn er nog genoeg gebouwen te bezichtigen, dus een speciaal bezoekje aan Grave is beslist de moeite waard.

 

 

Etappe V, Grave � Groesbeek, 29,0 km.

Het vestingplaatsje Grave verlaten we in noordelijke richting over de Koninginnedijk, welke parallel loopt aan de rivier de Maas. Het is heerlijk weer en het zonnetje doet goed haar best om het de mens naar de zin te maken. Via de John S. Thompsonbrug kruisen we het water en bereiken het Land van Maas en Waal.

Al lopende op de brug denk ik aan de waterstanden die vroeger, via de radio, aan het Nederlandse volk bekend werd gemaakt. De kreet �Grave beneden de sluis� was hier ��n van. Met enorme kracht kolkt het water via een stuw stroomafwaarts naar �beneden de sluis�. Aldaar ligt een vrachtboot voor anker te wachten om de sluis in te varen en geschud te worden. Bij de opgang van de brug, aan de Grave kant, staat een mooi monument in de vorm van een parachute. Het verchroomde staal van de parachute schittert in de zon en is een herinnering aan de �E�-compagnie van het tweede bataljon van de 82e Amerikaanse landingsdivisie. De brug viel toentertijd vrijwel ongeschonden in handen van de Amerikanen, die hier voor deze taak in de buurt zijn gedropt.

Op dit moment rijdt over de brug een militair voertuig, een uniek moment als je met deze missie bezig bent. Aan de overzijde van de Maas wandelen we in eerste instantie langs het water. We hebben een mooi uitzicht op de plaatselijke scheepswerf �Werf Grave�, waar momenteel een schip in aanbouw in het dok verblijft en op een deel van het oude vestingstadje. Dan gaan de luchtalarmsirenes loeien, weer zo�n uniek moment. Natuurlijk is het precies twaalf uur en het is de eerste maandag van de nieuwe maand, maar we ervaren het nu zo anders.

 

Op een gegeven moment keren we de rivier de rug toe en lopen landinwaarts. We zien hier langs de kant van het pad prachtige lijsterbesstruiken en struiken met lichtblauwe en donkerblauwe bessen van de sleedoorn. Door de regen van de afgelopen maand is het gras mooi diepgroen. Er lopen koeien in de wei en zij houden het gras kort. Links zien we op afstand de kerktoren van het dorp Nederasselt. De torenspits is omzoomd door een bomenhaag en geeft een vredig aanblik.

De paden en wegen zijn stil en verlaten, echter op een enkele hondenbezitter na die zijn viervoeter een eindje laat kuieren. We betreden de Maasbandijk en wandelen in de richting van de buurtschap Schoonenburg. Aan een doorgaande weg staat  een monument in de vorm van drie parachutes. Het metaal zit helemaal onder de corrosie, maar daar zal het onstuimige weer in ons landje wel debet aan zijn.

We wandelen langs uitgestrekte appel- en perenboomgaarden. Bij een fruitteler worden de appels in grote kisten gesorteerd. Mooie rooie appels doen me watertanden, maar meer dan een goeiemiddag kan er bij de medewerker niet af. Dan maar geen appeltje en ongemerkt komen we aan bij de bossen rond de Overasseltsche en Hatertsche Vennen. Hier stuiten we op een ru�ne van een oude kapel met daarnaast een lapjesboom. De lapjesboom oftewel koortsboom van St. Walrick was een heilige boom en in de Germaanse mythologie spelen heilige bomen een belangrijke rol.

 

Toen de beeldschone dochter van de vroegmiddeleeuwse roverhoofdman Walrick aan de koorts dreigde te bezwijken, stelde een christelijke geestelijke voor, haar haarband in de boom te hangen. Toen de koorts kort daarna week, waren niet alleen Walrick en zijn dochter, maar ook de boom gekerstend. Later zou ook Karel de Grote er genezing van hardnekkige koortsaanvallen gevonden hebben. Volgens de legende is de kapel, die inderdaad terug gaat tot de Karolingische tijd, aan hem toe te schrijven.

 

De Overasseltsche en Hatertsche Vennen is een prachtig natuurgebied. Noem het maar het neusje van de zalm voor de recreatieve wandelaar. Dan komen we enigszins in moeilijkheden, want ons bospad is niet meer toegankelijk. Herinrichtingswerkzaamheden zijn daar de oorzaak van. We kunnen niet verder en zoeken daarom naar een ander pad en proberen later op de route terug te komen. Mijn oude militaire gevoel laat me daarbij niet in de steek. Ook al is dit bijna 40 jaar geleden. Het lukt ons tenslotte om op de route terug te komen.

Onder een viaduct van een verkeersader lopen we het dorpje Heumen binnen. Bij de Troefmarkt, een plaatselijke buurtsuper, doet Cisca inkopen om de inwendige mens te versterken. Ik laat me neervallen op ��n van de bankjes tegenover de dorpspomp, welke omringd is door acht sierlijke paaltjes. Redelijk vlot komt Cisca met een arm vol boodschappen in de richting van de pomp en we verorberen samen ons �twaalf uurtje�, al zijn we bijna drie uur te laat. Gelaafd gaan we dan weer op pad. De Dorpstraat scheidt de Rooms Katholieke kerk van het oude Protestante kerkje, waarbij het laatstgenoemd gebouw, van oorsprong gotisch, meer geschiedenis heeft.

 

We wandelen tot de sluizen van het Maas-Waalkanaal. Jaren geleden lag hier een alleraardigst brugje, maar door nieuwe idee�n veranderde de infrastructuur. Het water kruisen we over een brug, welke een honderdtal meters noordelijker is gelegen. Aan de overzijde van het niet al te brede water nemen we een trap in de richting van de wallenkant. We volgen het Maas-Waalkanaal tot nabij de plaats Molenhoek. Hier gaat het kanaal over in de rivier de Maas. We blijven ook het pad langs de rivier volgen totdat we in het meest noordelijk gelegen Limburgse plaatsje Mook arriveren. Even voor de spoorbrug van Mook cirkelt een helikopter boven ons. De bemanning is zeker op zoek naar wegmisbruikers. Nogmaals maakt de hefschroefvliegtuig een ronde voordat hij aan de horizon verdwijnt.

Ter hoogte van het haventje slaan we linksaf en lopen langs het Sint Antoniuskerkje, waar aan de zijkant van het godshuis ��n Britse soldaat begraven ligt. Aan de oostkant van het dorp betreden we een bosgebied. Via diverse bospaden komen we bij de Mookerheide. De heide staat nog in volle bloei en heeft ook hier een mooie paarse gloed. We blijven over kronkelende paden lopen en arriveren na verloop van tijd in de gemeente Groesbeek. Op sommige paden loopt het Airbornepad parallel of kruist het paden van het bekende Pieterpad. Een ontmoeting met een rugzakwandelaar is dan ook niet uitgesloten. Uiteindelijk lopen we via de zuidkant de etappeplaats Groesbeek binnen. Het is daar gezellig en druk, hetgeen waarschijnlijk te maken heeft met de kermisattracties die daar opgesteld staan.

Even voorbij de oude spoorlijn wachten wij op een bankje van een bushalte op Openbaar Vervoer. Nog steeds schijnt het zonnetje, maar voor ons is deze wandeletappe voorbij.

 

 

Etappe VI, Groesbeek � Nijmegen, 20,4 km.

Deze etappe beginnen we in het centrum van de plaats Groesbeek, waar het Airbornepad gemakkelijk is op te pakken. De hemel is zwaar bewolkt nadat het vannacht en vanmorgen vroeg nog flink geregend heeft. Gelukkig is het inmiddels droog en de eerste stappen voor vandaag worden gezet. We kruisen de oude spoorbaan van Nijmegen naar Kleve. Sedert jaar en dag rijdt hier geen trein meer. Tussen de bielzen en de rails groeien nu robuuste struiken. De ijzers liggen te verroesten en weghalen is een kostbare zaak. Zo doen ze het in de voormalige DDR ook. Alle oude staatsgebouwen staan te verpauperen tot ze inzakken van ellende of er moet opeens een koper voor het project zijn.

De plaats Groesbeek verlaten we via de noordzijde en weldra wandelen we langs het bevrijdingsmuseum. Dan kruisen we de Zevenheuvelenweg en lopen nog een stukje rechtdoor totdat we een onverhard pad bereiken. Hier slaan we rechts in en lopen evenwijdig aan de Zevenheuvelenweg. In de maand juli trekken hier tijdens een van de marsdagen bij de Vierdaagse van Nijmegen duizenden mensen voorbij. Echter, als de marsen niet afgelast worden. Daar de boomtakken hier laag hangen kom ik snel in aanraking met de bladeren. Daardoor rolt er zo af en toe een druppeltje vocht precies tussen de kraag van mijn blouse over mijn blote rug. Het bospad komt na verloop van tijd uit op het rijwielpad langs de Zevenheuvelenweg. Hier lopen we de Canadese Erebegraafplaats voorbij. Op afstand zien we ontelbare witte stenen die de graven van geallieerde soldaten markeren. Na de begraafplaats verlaten we de Zevenheuvelenweg en wandelen over een onverhard pad tussen weilanden door. Door het hoge gras op het pad en de langdurige regenval worden onze schoenen en sokken drijfnat. De temperatuur is in ieder geval aangenaam, zodat een natte voet geen onvolkomen zaak is.

 

Aan het eind van het pad treffen we een wandelboom. Deze wandelboom geeft aan dat het Pieterpad en het Airbornepad hier gedeeltelijk samen lopen. Omdat het Pieterpad in twee richtingen belopen kan worden ontmoeten we regelmatig wandelaars. De meesten lopen, met stoere rugzakken over de schouders, een aantal dagen achter elkaar. Aangezien wij dagtrajecten wandelen is mijn rugzakje maar een bescheiden proviandtasje. Ik vind dat niet erg, want aan sjouwen heb ik eigenlijk een broertje dood.

De bospaden zijn behoorlijk modderig. We wandelen in een magnifieke omgeving en we genieten van de natuur. Kilometer na kilometer volgen we de paden door het bos en daarbij doen we ook de duivelsberg en Wylerberg aan. Als we tenslotte huizen naderen bevinden we ons in het plaatsje Beek. Een standbeeld van een wasvrouwtje zien we aan de linkerzijde van de weg. Hier maakten vroeger de dienstmeisjes uit de omgeving de vuile was schoon en lieten de lakens aldaar op het gras drogen.

In Beek hebben we ongeveer de helft van onze kortste dagetappe afgelegd. Jaa�h, het is nu koffietijd. We stappen bij Hotel Restaurant �t Spijker naar binnen en lassen een pauze van ongeveer 15 minuten in. Daarna gaan we weer op stap en verlaten de heuvelrug door middel van een doorsteek naar de vlakke wegen van de Ooijpolder. Eerst kruisen we de N53 en dan het water van �Het Meer�. Vervolgens slaan we af in de richting van Persingen. In vroegere tijden bleef na overstromingen alleen de kerk van dit dorp gespaard. De kerk is een ��nbeukig, gotisch gebouwtje uit de 15e eeuw. Vijfhonderd meter voorbij het dorp komt de weg samen bij de waterloop. Langs de kant van het water zitten sportvissers op hun �stekkie� en gooien regelmatig een lijntje uit. Ze staren naar de dobber en dromen van een reuzenvangst. Door het turen naar het dobbertje en het geconcentreerd bezig zijn, merken ze niet dat wij hen op een paar meter afstand passeren.

 

Aan het begin van �Het Meer� is een ecologische verbinding gemaakt van de rivier de Waal naar het polderwater. Bij het Hollandsch-Duits gemaal dat dateert uit 1933 slaan we af en wandelen de oudste stad van Nederland binnen. In de tijd van de Romeinen was Nijmegen oftewel Novimagvm al een garnizoensstad. Vanuit Nijmegen en het Kopsplateau werden aanvallen naar het Noorden ondernomen, waarbij de Romeinen de doelstelling hadden om de Noordelijke Nederlanden ook tot veroverd gebied in te lijven.

We lopen voor de verandering nu onder de Waalbrug door en even later wandelen we langs het Valkhof. Middels leuke straatjes wordt de binnenstad van Nijmegen doorkruist en uiteindelijk komen we weer bij Waalkade aan. Containerschepen varen hier met hun vracht naar het achterland.

Nu deze etappe bijna is voltooid komt het zonnetje nog te voorschijn en het dikke wolkendek vertoont hier en daar aanmerkelijke scheurplekken. Via een trap bestijgen we de fietsbrug, welke is gelegen tegen de pijlers van de oude spoorbrug. Bovengekomen slaan we linksaf en wandelen via de oprit van de brug terug naar het station. Hier eindigt onze zesde etappe van het Airbornepad.

 

 

Etappe VII, Nijmegen � Arnhem, 37,7 km.

De Keizersstad Nijmegen verlaten we over de fietsbrug welke onlangs is aangelegd naast de oude spoorbrug. Het is de eerste maal dat we Nijmegen op deze manier verlaten. Op de brug hebben we een prachtig uitzicht op de rivier de Waal. Langs de Waalkade aan de stadskant liggen diverse schepen afgemeerd, waaronder een radersalonboot en de pannenkoekenboot van Rederij Tonissen. Diverse vrachtschepen varen op deze zondag met of zonder lading naar hun plaats van bestemming. Als kleine zelfstandige geldt natuurlijk �time is money�.

Aan de andere zijde van de rivier dalen we via een trap af naar de Waaldijk. We lopen in de richting van de plaats Oosterhout. Deze dijk heeft in juli 2006 enorme bekendheid gemaakt tijdens de Vierdaagse van Nijmegen. Journalisten schreven toen hun nieuwsbladen vol en televisiezenders lieten beelden zien van uitgeputte wandelaars die tijdens extreme hitte over deze dijk zwalkten. Natuurlijk werden er beelden gemaakt van de staartgroep, want de goed getrainde wandelaar was reeds lang aan de finish of lag te slapen op zijn bedje.

 

Ook vandaag is het warm. De hemel is blauw en het zonnetje doet haar best om het de mens weer naar de zin te maken. Nadat we een voormalig Fort aan de rechterzijde hebben gepasseerd zien we in een weiland een tiental schapen heerlijk liggen luieren. Vlak daarnaast zit op een houten paal een buizerd. Het lijkt er op dat de roofvogel over de slapende schaapjes waakt.

Aan de overzijde van de rivier ontwaren we de Elektriciteits Centrale van Nijmegen met in de omgeving nog een tal van bekende fabrieken. Bij een wiel in de uiterwaarden van de Waal zien we een monument ter herinnering aan de dropping van parachutisten van de 82e All American luchtlandingsdivisie op 20 september 1944. We lezen aandachtig de tekst op de herinneringsstenen en tegelijkertijd zie ik de beelden van de film �een brug te ver� voor me, waar parachutisten in grote hoeveelheden uit vliegtuigen sprongen. Nadat we onze gedachten even de vrije loop hebben laten gaan, gaan we weer verder.

 

Bij huize Oosterhout keren we de Waaldijk de rug toe en wandelen over een in onbruik geraakte oprijlaan het bosgebied in. Aldaar wandelen ook diverse dorpelingen die hun viervoeter uitlaten. Vervolgens lopen we het plaatsje Oosterhout binnen. Het is er bijzonder rustig. Af en toe zien we een wielrijder passeren en ook een jong echtpaar die met een kinderwagen aan de wandel is.

Dan is het even �doorbijten�, omdat we enige behoorlijk lange, rechte stukken moeten overbruggen. Hierbij kruisen we een snelweg en de spoorstaven van de Betuwelijn, het prestige project dat de Nederlandse burger veel stuivers heeft gekost. In de verte zien we de mooie achthoekige toren met de gekroonde kop van het Betuwedorp Elst. Echter, we laten het dorp �rechts� liggen en lopen over een alleraardigst wegje met vele leuke, interessante boerderijen en woonstulpjes. Het gemotoriseerd verkeer heeft een rustdag en het is hier heerlijk om te wandelen. We lopen op enkele honderden meters afstand evenwijdig aan de Betuwelijn en slaan op een gegeven moment rechtsaf over een betonpad de landerijen in. Aan de rechterzijde van het pad staat het ma�s op manhoogte en aan de linkerkant ligt een enorm uitgestrekt aardappelenveld. Het betonpad, een eigen weg met een bordje �Verboden Toegang�, komt uit in het gehucht Eimeren. Op deze flauw slingerende smalle weg zien we diverse peren- en pruimenboomgaarden. De vruchten laten we aan de bomen hangen, maar ze lachen ons wel uitdagend toe. Watertandend lopen we verder en we horen plotseling een bel van een spoorwegovergang klingelen. Tegelijkertijd gaan de spoorbomen omlaag. Er is geen autoverkeer en het boemeltje naar Tiel nadert de kruising. Vanaf ruime afstand zien we het gele treinstel de overweg passeren. Als wij bij de spoorwegovergang arriveren zijn de spoorbomen al lang weer in verticale stand.

 

Daarna wandelen we in de richting van de buurtschap Lijnden. Mooie boerderijen staan langs de kant van de weg. In de fruitboomgaarden hangen fel groene appels aan de bomen. Zelfs de grond ligt bezaaid met de reeds gevallen snoepverstandig appels. Dan horen we achter ons hoefgetrappel. Een rijtuig wordt voortgetrokken door twee paarden. Het geluid wordt alsmaar luider en luider. De afstand tussen ons en de koets wordt zienderogen kleiner. Aan het eind van de weg, als wij net linksaf willen slaan naar de plaats Driel, worden we ingehaald door de tweespan. De koetsier wuift met een zweepje en slaat vervolgens rechtsaf.

We wandelen over een lange, kaarsrechte weg en zien de kerktoren van Driel in de verte. Aan de blauwe hemel verschijnen de eerste schapenwolkjes. De meteodienst in De Bilt heeft voor vandaag 50% kans op regen voorspeld. Er komt wel verandering in de lucht, maar voorlopig hoeven wij ons nog geen zorgen te maken. Een nat pak zullen wij vandaag zeker niet oplopen.

 

In een van de akkervelden zien we drie haasjes tussen het gewas rennen. Zo te zien hebben ze veel plezier met elkaar. Als ��n van hen ons in de gaten krijgt kiezen ze alle drie het hazenpad en rennen met een noodgang het naastgelegen ma�sveld in. Een torenvalk cirkelt in de lucht en loert op een stukje prooi ergens diep beneden hem.

Via een nieuwbouwwijk lopen we de plaats Driel binnen en in het centrum van het dorp nemen we plaats op een terras van een plaatselijke uitbater. We hebben er zo�n slordige 20 km opzitten vandaag en een verfrissing is echt welkom. Nadat we gelaafd zijn gaan we weer op pad. Bij een monument in het dorp herdenken we de Poolse strijders, die hier door de dorpsbewoners absoluut niet vergeten zijn. Daarna wandelen we over een kronkelende boerenweg naar de Rijndijk. Tegenover een boerderij staat bij het hek een tafeltje waarop zakjes met heerlijke pruimen liggen uitgestald. Een bordje geeft aan dat de prijs � 0,50 per zakje bedraagt. Wij nemen twee zakjes van de tafel en gooien een euro in het daarvoor bestemde geldbakje.

Aan het eind van deze weg aan de dijk is weer een oorlogsmonument. Hier wordt de Britse luchtlandingsdivisie herdacht. Een informatiepaneel leert de bezoeker hoe en waar de operatie van toen heeft plaatsgevonden. Aan de overzijde van het water zien we de plaats Oosterbeek op de heuvelrug. Op 25 september 1944 moesten de geallieerde troepen, via kleine bootjes van de Canadese Genietroepen, zich noodgedwongen over de Rijn terugtrekken vanwege fel verzet van de agressor.

 

Nog enkele honderden meters en we bevinden ons bij het Drielse Veer. Een bootje aangedreven op zonne-energie zorgt voor de oeververbinding tussen de Betuwse plaats Driel en Oosterbeek. Omdat het veer zojuist van onze zijde is afgevaren hebben wij een extra pauze. Nabij de aanlegsteiger vleien we ons neer op het klinkerwegje. In de zon verorberen we ons meegesjouwde boterhammetje. Regelmatig komen er wielrijders aangereden die ook met de veerpont mee willen. Het aantal wachtende bezoekers voor de overvaart wordt groter en groter. Na ongeveer tien minuten komt het vaartuig weer aantuffen en de kapitein legt de trossen aan de steiger vast. Dan mogen de passagiers het bootje verlaten en kunnen wij hun plaats innemen. Wanneer we het vaargeld aan de veerman hebben betaald, nemen we plaats op de achtersteven. Alle voetgangers en wielrijders kunnen met deze overvaart mee en de veerpont vaart weer naar de andere oever van de Nederrijn. Via de aanlegsteiger, aan de voet van de Westerbouwing, verlaten wij als laatste de veerpont. Een ijscoman en een fruitventer proberen hier, op de naastgelegen parkeerplaats, de meegenomen handel aan de man te brengen.

Via een smal pad wandelen we naar Oosterbeek met de Nederrijn aan onze rechterzijde. Ter hoogte van een oeroud kerkje keren we het water dan de rug toe. Maar eerst bekijken we het interieur van het godshuis dat vandaag haar deuren voor alle bezoekers open heeft.

 

Bij een smal veld, overwoekerd door zonnebloemen, wandelen we in de richting van een bos. Het markante van de zonnebloemen is dat de koppen ruim boven het maaiveld uitsteken. Het is een koddig gezicht en het lijkt er op of de bloemen ons alsmaar aanstaren. Daarna slingeren we over de bospaden in de omgeving van Oosterbeek en het is moeilijk om hier het juiste pad te vinden. In een park bewonderen we een oud geschut en een aantal eeuwenoude bomen, daarna komen we uit bij het Airbornemuseum. Vier houten bankjes tegenover het museum worden intensief gebruikt, want dat is op te maken aan het feit dat de grond bezaaid ligt met allemaal sigarettenpeukjes.

We kruisen een provincialeweg en vervolgen de bospaden. Plotseling staan we voor de spoorbaan Arnhem-Utrecht. We wandelen in oostelijke richting en volgen de dwarsliggers. Hierbij passeren we het station van Oosterbeek en even later de Airborne begraafplaats. We nemen de tijd en wandelen langs vele grafstenen. We lezen de namen van degene die hier tijdens de Tweede Wereldoorlog gevallen zijn. Op de meeste grafstenen staat ook de leeftijd van het slachtoffer erbij. Je wordt er bepaald niet vrolijk van als je leeftijden van 21 jr., 19 jr., 23 jr., 29 jr., 21 jr. enz. enz. leest. Automatisch denk je aan je eigen leeftijd en je bent dan muisstil. Via de hoofdingang verlaten we het kerkhof en vervolgen ons pad over een zandweg langs de spoorbaan. Het pad eindigt uiteindelijk in de Gelderse hoofdstad Arnhem. Ons resteert nog een stadswandeling van ongeveer vijf kilometer.

 

De terrasjes langs de Rijn zijn drukbevolkt met dagjesmensen en ook zij genieten van deze heerlijke zonnige dag. Aan de hemel hebben we nog steeds de schapenwolkjes en de weersvoorspellers hebben het vandaag ook helemaal mis. Eigenlijk zouden wij zelfs een plaatsje willen nemen op ��n van de vele terrasjes die Arnhem rijk is en slurpen aan een koel glaasje prik. Dit laatste stellen we uit tot het eindpunt. Via een oude stadspoort lopen we naar de Markt en over het plein van de Eusebiuskerk. Daarna keren we terug naar de Rijn en bewonderen een oud geschut aan de voet van de John Frostbrug. Via een trap beklimmen we de John Frostbrug en bekijken aldaar een gedenkplaat. Door enkele groenstroken en een park met spuitende fonteinen komen we bij het Willemsplein en even later bij een bouwput voor het NS-station. Er wordt hier flink gewerkt om het hoofdstation een nieuw aangezicht te geven en ook voor een betere infrastructuur.

IMAGE0008

Tekstvak:

 

Tevens is hier het eindpunt van het Airbornepad en we hebben de bijna 210 km lange wandeling te voet volbracht. Dankzij de heldhaftige inzet met veel lef en moed van de geallieerde troepen hebben wij ruim 60 jaar na dato deze tocht in vrijheid mogen beleven. Mannen fantastisch, bedankt!