'Vermoeidheid weegt niet op tegen de euforie'

 

Bovenstaande kop is niet van mij, maar las ik in het Eindhovens Dagblad van vrijdag 17 mei. Ik denk ook dat hierin veel wordt weergegeven van hetgeen de wandelaars op de 175 km lange afstandwandeling ondervonden. Zaterdagmorgen begon met een hevige onweersbui, maar toen die eenmaal voorbij was verscheen de zon die in afwisseling met  z�n reserve-schijf 33 uur heeft geschenen. Precies de tijd die 29 wandelaars kregen om deze lustrumwandeling te voltooien.

Na de inleidende formaliteiten, die vanaf halfnegen plaatsvonden in sporthal De Kienehoef, kon om even over halftien het startschot worden gegeven door Theo Tromp, die een groot deel van de organisatie van het lustrumevenement voor zijn rekening had genomen. De wandelaars kregen voor de start een kopje koffie en een stuk vlaai aangeboden. De OLAT-organisatie was ook bijzonder ingenomen met de belangstelling voor de start van enkele OLAT-leden die speciaal voor deze gebeurtenis waren naar Rooi waren gekomen.

Na een korte toespraak door Theo, met vooral instructies voor onderweg, en een statieportret begon het gezelschap aan het eerste deel van de tocht, die ongeveer 65 km lang was en door een mooi gedeelte van de Brabantse Kempen leidde. Deze opdracht was tevens taakstellend, want binnen 9 uur moest deze afstand tot Eersel worden overbrugd. Ik heb begrepen dat de wandelaars zich voortreffelijk aan het schema hielden. Degenen die iets vlugger wandelden, moesten bij de verzorgingsposten even in toom worden gehouden om de groep niet te ver uit elkaar te laten vallen.

Hopelijk komt er nog iemand van de deelnemers met een verslag, dat wij dan in het OLAT-Nieuws van juli zullen opnemen.

Rond 19.00 uur naderden de wandelaars 't Vierspan in Eersel waar OLAT dit weekeinde te gast was.

 

Even voor zeven uur waren 27 deelnemers aan de 110 km lange Kempenlandtocht, onder feestelijk tromgeroffel van de drumband van De Donksbergen, naar het historisch Kempenplein in Eersel vertrokken, om vanaf daar aan de tocht te beginnen. Hier werd ook een foto van de groep gemaakt. Zij zouden op een later tijdstip door de wandelaars op de 175 km worden gevolgd.

 

De groep die zaterdagmorgen uit St.-Oedenrode was vertrokken kreeg in 't Vierspan een warme maaltijd aangeboden. En de wandelaars observerend, lieten zij zich het aangebodene goed smaken.

Na deze hartversterking liet een enkeling de voeten nog even controleren of maakte gebruik van de therapeut die tijdens deze tocht het gezelschap op geregelde tijden ten dienste stond.

Tegen halfnegen waren alle deelnemers van de 175 km ook aan de grote ronde van 110 km begonnen.

Nu kon wat rustiger aan worden gewandeld, want ze kregen enige verruiming van tijd toegewezen tot zondagvond halfzeven.

In grote lijnen was het volgende traject uitgezet over Duizel, Steensel, Dommelen, Westerhoven en dan richting Luyksgestel.

 

Even voor Luyksgestel voegden de 25 wandelaars op de Kennedymars zich bij de route.

De Kennedyafstand ging om 22.00 uur van start vanaf 't Vierspan. Omdat dan de avondschemering al is ingevallen, is een groepsfoto op dat tijdstip altijd moeilijk, ook de reflectiemiddelen spelen wel eens op.

Omdat ik persoonlijk in deze groep meeliep kan ik wat meer details geven.

In de bebouwde kom van Eersel werden we voorafgegaan door Paul, maar daarna konden we zelfstandig, op de voortreffelijke markering, onze weg vervolgen richting Bergeijk. Hier was het heel rustig en zonder problemen kwamen we bij de eerste verzorgingspost. Zoals gebruikelijk doen we daar chocolademelk met peperkoek. Ik liep deze 80 km samen met Piet, samen hebben we ook de voorgaande uitvoeringen van de Kempenlandtocht gedaan.

Na een mooi stukje parkoers, waar we al werden ingehaald door wandelaars op de 110 km, kwamen we bij De Liskes waar we soep kregen. Het is dan vroeg in de nacht als we het donkere fietspad door dit natuurgebied gaan volgen. Vanwege de heldere maneschijn hebben we geen problemen om op het juiste spoor te blijven. Piet was namelijk zijn zaklantaarn vergeten, en ik heb er geen 'meer'. We volgen nog even een groepje wandelaars, waaronder Piet de Ruijter, maar op den duur laten we hen toch gaan.

Eenmaal aangekomen in de Belgische agglomeratie Lommel lopen we constant over verharde wegen en komen zo af en toe ergens door een bebouwde kom.

Als wij er 20 km op hebben zitten, het loopt dan tegen halftwee, zijn we al ingehaald door wandelaars op de 175 km, die er hier precies 100 km en 700 meter op hebben zitten.

De verzorgingspost heeft vanillevla in de aanbieding en ik maak daar 'ruim' gebruik van.

De volgende plaats heet Kattenbos, en we lopen daar door vernieuwde straten. Vorige keer lag hier alles nog open, maar nu heeft het Lommelse toch een aanzienlijke uitstraling gekregen wat betreft de moderne infrastructuur. Na Kattenbos volgt een 'donker bos' en er lijkt geen einde te komen aan de weg. Omdat er op voortreffelijke wijze is gemarkeerd kunnen we onze weg toch goed vinden.

Bij het Duitse soldatenkerkhof staat weer verzorging voor ons klaar. We lessen de dorst voordat die werkelijk is ontstaan, want het volgende 'stuk' is 10 km lang tot de grote verzorging in Lommel-Kerkhoven.

Bij mij kwam dit deel in het traject zwaar over. Je loopt over schijnbaar eindeloze fietspaden door bossen. En dat schijnen moet je echt letterlijk nemen. Gedurende ongeveer een half uur zien we 'een licht' in de verte, dat bij elke stap van ons, toch even ver weg blijft. Maar als het ons dan toch is gelukt is om 'het' in te halen komen we weer in de bewoonde wereld. Gelijk met het ochtendgloren bereiken we de Feestzaal in Kerkhoven, waar Paul Rietjes, met hulp van Conny en Deborah de wandelaars een overheerlijke pastamaaltijd voorschotelt.

Hier wachten twee wandelaars van de 175 km afstand op vervoer. Ze hebben besloten de tocht niet verder te vervolgen. Een van hen is Frances Rouppe van der Voort. Jammer, maar als het niet meer gaat is het verstandig te stoppen, en soms is dat zelfs de grootste overwinning op jezelf. Frances heeft er dan ruim 100 km opzitten, in ons puntenklassement is dat presteren tot uiting gebracht met 300 punten.

 

Het is zondagmorgen en het zonnetje schijnt alweer als Piet en ik ons pad vervolgen. De 110-175 km moeten hier een extra lus van 10 km wandelen en zij komen straks weer op deze verzorgingspost terug. De 80 km wandelaars maken nu een wandeling door een natuurdomein dat 'De Most' heet. Een deel daarvan is ongeveer vergelijkbaar met de Drunense Duinen, tenminste wat los zand betreft. Dit zijn o.a. de opmerkelijke verschillen met andere Kennedymarsen: het lopen over onverharde natuurpaden en soms over 'ongebaande' wegen.

Even daarna stuiten we op een kanaal, maar dat is maar voor even, want we worden weer een dorp ingestuurd. In de buurt van Rauw worden we verwend en voor de liefhebbers is er zelfs een eitje in de aanbieding. Na deze post maken we onze eerste vergissing tijdens deze tocht. We lopen klakkeloos een tweetal 'snelle' jongens na en jawel hoor die zagen het rechtsaf pijltje niet, en wij dus ook niet.!

Als we weer op koers zijn, volgt na het recreatiepark 'Rauwse Vennen' en alle meren die daarbij horen, weer een pad langs het kanaal. Eigenlijk zijn we een beetje gedesori�nteerd, want we denken nu voortdurend de verkeerde kant op te lopen. Maar na het zoveelste 'kunstwerk' zijn we dan toch bij de splitsing van de kanalen. Waar 'De Blauwe Kei' had moeten zijn, ligt nu de 'De Zevende Heerlijkheid' en de cappuccino met extra slagroom smaakte er voortreffelijk. Een 'foutje' maakte onze consumptiebon even onbruikbaar, maar niet ongeldig. Ik hoorde dat enkele wandelaars op dit punt toch enige 'onregelmatigheid' in de organisatie hebben ondervonden.

Wij hebben nu nog ruim 20 km voor de boeg, terwijl er de 110 al 87 km op hebben zitten en de 175 km wandelaars precies 149 km op de teller hebben staan.

Het komende stuk gaat door het gebied van Mol dat tot het Antwerpse behoort. Ook komen we dan weer stilaan op eigen grondgebied en doemt er zo nu en dan een grenspaal op. Er staat nog een verzorgingspost op Belgisch grondgebied op ons te wachten. Hier maak ik een foto van Esther, ter opluistering van het interview dat Jos� elders in dit clubblad over haar heeft neergeschreven.

Wandelmaat Piet is hier ook even aan rust toe, olieverversing noemde hij dat later.!

Terug in Nederland kunnen wij in 'Hof van Heden' weer even onze benen wat rust gunnen, en is er tevens gelegenheid om de consumptiebon te versnaperen.

Nog enige bospaden, dan een ven dat ons niet onbekend voorkomt, wederom een verzorgingspost, nu ook met mensen op de recreatieve afstand, maken het wandelfeest compleet. Als uitzondering mogen wij als lange afstandwandelaars een verhard fietspad gebruiken, terwijl de recreanten het vermaarde wilgenpaadje door de Cartierheide voorgeschoteld krijgen. Ergens midden in het bos vonden ze voor ons nog een plekje om een en ander aan te bieden. De verzorging was overdadig, evenals de bepijling van de hele route.

Om het geheel een echte OLAT-uitstraling te geven, kregen we nog een rondje langs slootkanten, maar zoveel aandacht hadden we nu echt niet verdiend.

Bij 't Vierspan had de organisatie een prachtig getuigschrift voor ons klaar liggen en wij konden ons onbezorgd gaan toeleggen op een verdiende rust. Onze bewondering gaat uit naar de dames en heren, die de monsterafstand van 175 km wisten te overbruggen en steeds een opgewekt woord hadden als ze ons onderweg passeerden. Bijgaand een vriendelijke groet van Marcel als bewijs dat vermoeidheid niet opweegt tegen de euforie.

De hele organisatiecrew wil ik bij deze dankzeggen voor het voortreffelijk werk dat iedereen, zonder uitzondering, heeft geleverd.                                                                                            Ad van Asten, voor OLAT-Nieuws